De droogte in ons land houdt inmiddels al weken aan. De buien die verspreid over het land trekken zijn tot nu toe slechts druppels op een gloeiende plaat. Daarom in de maand augustus een miniserie over omgaan met de droogte. In deel 2: Verwerken van kolfloze mais.

Nu al hakselen heeft weinig zin, zoals in vorig artikel besproken. Het suikergehalte van de mais stijgt en de voederwaarde is niet optimaal. Aan te bevelen is om te wachten tot het product een drogestofpercentage heeft van rond de 28%. Bij een ruwvoertekort dient al het ter beschikking staande voer optimaal benut te worden, ook al wordt het misschien voer voor jongvee en/of droogstaande koeien.

Suikergehalte
Bij kolfloze mais worden de suikers, die  in normale mais naar de kolf getransporteerd worden, in de stengel opgeslagen. Het suikergehalte kan erg hoog zijn (tot 20 %). De voederwaarde van verdroogde maïs is dan ook niet vergelijkbaar met die van maisstro, wat overblijft bij de oogst van korrelmais of CCM. Vanwege het hoge suikergehalte in de stengel is de energiewaarde van verdroogde kolfloze mais hoger dan bij stro na de oogst van MKS of CCM. Het is niet de verwachting dat het hoge suikergehalte leidt tot pensverzuring. Wel moet hier aandacht voor zijn met het
eventueel voeren van het vers gevoerde product (af land).

Inkuilen
Ondanks het aanwezig zijn van suikers, blijft kolfloze mais een moeilijk in te kuilen product. Door het ontbreken van de kolf blijft vooral het goed vastrijden een probleem. Wijs uw klant of loonwerker erop hier maximaal aandacht aan te besteden. Daarnaast kan het voorkomen dat er meer problemen ontstaan met gasvorming in de kuil, door het vaak wat hogere ruweiwit en nitraatgehalte. Om verlies aan perssap te voorkomen, kunt u een onderlaag met (gehakseld) stro en of droge bietenpulp/sojahullen aanbrengen voordat de eerste vracht wordt gelost.

Gemengd inkuilen
De voederwaarde van de kuil kan verhoogd worden door deze in te kuilen met andere energierijke (zetmeelrijke) producten, zoals perspulp, aardappelpersvezels en aardappelen.
Let wel: voor de conservering van de snijmais is het toevoegen van een ander product zeker niet gunstig. Door toevoegen van vochtige producten komt namelijk perssap in de snijmais. Dit leidt tot hogere omzettingsverliezen bij de mais. Veelal ontstaat er minder melkzuur en meer azijnzuur. Bij gemengd inkuilen worden de producten meestal laagsgewijs ingekuild. Dit betekent variatie in reuk en smaak en leidt soms tot selectie door het vee.
Natuurlijk kunnen bepaalde bijproducten wel goed gebruikt worden voor afsluiting van de toplaag om de druk (dichtheid) te verhogen en luchtintreding te voorkomen tijdens het voeren (broei).

Aanvullend voeren
Door het toevoegen van droge producten (bijv. maismeel, bietenpulp) kan het drogestofpercentage van de kuil wat verhoogd worden. Daardoor verbetert het aanrijden wellicht. De risico’s met betrekking tot conservering worden er echter niet minder om, ook blijft het de kunst om het product goed te verdelen. Daarnaast is het effect van inkuilduur op de (on)bestendigheid van het zetmeel van het toegevoegde maismeel niet goed in te schatten. Mogelijk is het effect minder dan het effect op de korrel van normale snijmais. Door de energie/zetmeel-aanvulling tijdens het voeren toe te voegen is het makkelijker om bij te sturen. Een aanvulling kan gevonden worden in losse grondstoffen (mais of tarwe), maar ook aanvullende voeders als Energiebrok Focus of Energiebrok Dynamiek.

 

Bron: ForFarmers

De volgende keer In deel 3: Omgaan met verdroogd grasland